Edward Belfort, minister van Justitie en Politie tijdens het kabinet–Bouterse 1 (2012–2015) en vanaf 2015 parlementariër voor de ABOP, is op woensdag 16 april op de begraafplaats René’s Hof aan de schoot der aarde toevertrouwd. Belfort verwisselde op 7 april, na een ziekbed, het tijdelijke met het eeuwige, bijkans anderhalve maand nadat hij zich bij de NDP had aangesloten. Zijn uitvaart heeft vanuit het partijcentrum OCER plaatsgevonden, waar er verschillende toespraken werden gehouden.
NDP–voorzitter Jennifer Simons zei Belfort te hebben meegemaakt als een bijzondere persoon. “Iemand die je niet elke dag tegenkomt. Hij had zijn specifieke manier van leven, praten en werken. Ik denk dat we als samenleving in hem inderdaad iemand hebben gehad waar we iets van hebben kunnen leren”, aldus Simons. Ze merkte op dat de oud–minister een sociaal ingesteld persoon is geweest, die liefde heeft gegeven aan mensen die dat tekort kwamen. Belfort heeft zich onder meer beziggehouden met jongens die ontspoord waren geraakt of op het verkeerde pad dreigden terecht te komen, onder meer door zijn contact met de Stichting Rumas.
Het is in dat verband waardoor Simons haar eerste ontmoeting met hem heeft gehad. Simons was in die periode voorzitter van De Nationale Assemblee (DNA), terwijl Belfort de scepter zwaaide op Justitie en Politie. “Ik leerde hem beter kennen, omdat wij in DNA een ombudsfunctie hadden. We kwamen in contact met mensen die in moeilijkheden verkeerden, familie en kinderen van gevangen, die hun eigen lijdensweg gingen. Het waren die zaken die mij brachten op het kantoor van Belfort.” Met de gewezen minister werd toen gesproken over het schenken van aandacht aan deze groep Surinamers, zodat zij zich een weg konden vinden in de gemeenschap.
Volgens Simons werd er met Belfort van gedachten gewisseld over het verbeteren van de sociale diensten voor deze doelgroepen. Daarnaast heeft hij van de coalitie toen ook de steun gehad in zijn eerste optreden als minister van DNA. De NDP–voorzitter memoreerde ook de behoorlijke kritiek van Belfort op de regering waar de NDP deel van was, maar ook zijn kritiek op de huidige coalitie waar hij ook lid van was. Simons zegt dat in gesprekken met Belfort, kort voordat hij toetrad tot de NDP, zij het hebben gehad over de manier hoe hij stond in het leven en de politiek.
De politica meent dat Belfort voor velen in Suriname een voorbeeld is geweest van een man die recht door zee gaat en zich uitte, ongeacht waar hij op dat moment stond…oppositie of de regeringspartij. Simons stond ook stil bij het ander deel van Belforts publieke leven. Zo zijn ze beiden aanwezig geweest bij de opening van het RUMAS familiehuis. Daarnaast begaf Belfort zich naar scholen voor motivatiegesprekken met jongeren om hen aan te moedigen het juiste pad te bewandelen en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Simons blikte ook terug op de oproep van Belfort, in zijn periode als minister, aan criminelen om zich bij de justitie aan te melden. “We moesten erom lachen, maar het heeft toch enig effect gehad.”
Zicht richtend tot de weduwe, kinderen en familie van Belfort sprak Simons van een mooi mens, die heel veel aandacht heeft gegeven aan zijn gemeenschap. Ze merkte op dat het niet gemakkelijk is om een geliefde te verliezen. “Maar de dankbaarheid voor het feit dat hij met ons is geweest, gaat toch blijven”, aldus de NDP–voorzitter. Naast Simons deelden ook RUMAS–voorzitter Emmy Hart en parlementariër Soewarto Moestadja hun herinneringen over Belfort met de aanwezigen. Belfort was door de NDP op plek nr. 50 van de DNA–kandidatenlijst geplaatst.