Vandaag is 1 mei, de Internationale Dag van de Arbeid. Op deze dag wordt stilgestaan bij de prestaties en rechten van arbeiders wereldwijd. Jennifer Simons, voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP) spreekt van een dag waarbij de werkende mens centraal staat. De partijvoorzitter breekt in haar 1 mei–boodschap een lans voor de arbeidersklasse, in het bijzonder werkende moeders, werklozen (zij die een baan zoeken, maar niet kunnen vinden), zij die werken, maar niet uitkomen met hun loon en jongeren. Simons roept op tot het verbeteren van de werkomstandigheden in Suriname, beschermen van de werkende klasse en de inzet van eenieder om de werkende mens die plaats te geven welke hij/zij verdient. De boodschap van Simons ter gelegenheid van 1 mei, Internationale Dag van de Arbeid, luidt als volgt:
“Deze dag herdenken we niet zomaar. Het is een dag waarbij we stilstaan bij de werkende mens. En werkende mensen hebben in ons land en de hele wereld allerlei plaatsen. Onze maatschappij zou niet kunnen draaien zonder dat mensen elke dag weer hun arbeid geven om alles staande te houden. De dag is ontstaan na veel strijd; strijd waarin werkers – vooral fabriekswerkers toen – op verschillende manieren uitgebuit werden. Vandaag de dag hebben we nog steeds redenen om op 1 mei aandacht te geven aan alle mensen die werken. We kijken dan ook naar alle mensen die werk verrichten en het toch moeilijk hebben om hun eigen leven te financieren, en om voor hun kinderen te doen wat ze graag zouden willen doen.”
Simons benadrukt dat het beter moet. “En dat zullen we met zijn allen moeten doen. Ik sta speciaal stil bij die mensen die elke dag werken, maar met hun salaris infeite zichzelf niet kunnen onderhouden. Ze behoren tot wat we noemen “de werkende armen”. Dat is iets wat we in deze tijd niet willen meemaken. Sommige werken de hele dag en soms twee banen. En je kan toch niet voldoen aan wat jijzelf en je kinderen nodig hebben. Wij denken aan deze groepen mensen. Het moet anders. Ook zijn er mensen die willen werken, maar geen werk kunnen vinden. Dat brengt mensen in een nog afhankelijkere en kwetsbare posititie”, aldus de NDP–voorzitter.
Simons gaat als volgt verder: “Als wij kijken naar de stand van zaken in Suriname vandaag en de omstandigheden waaronder onze werkende mensen verkeren en moeten werken, en wat ze kunnen doen met hun inkomen, dan weten we als Surinamers dat er een heleboel te doen is voordat we een land hebben waar we allemaal in welzijn en plezier met elkaar kunnen leven. We zijn er absoluut nog niet. Wat moet er gebeuren? In de eerste plaats moeten we ons allemaal inzetten, ongeacht de plaats, de partij en de organisatie waar we vandaan komen, om de werkende mensen die plaats te geven die ze verdienen. En ervoor te zorgen dat we bij het maken van beleid altijd die werkende mens in gedachten hebben. Ze hebben ook kinderen en ouderen waarvoor ze moeten zorgen.”
“Willen we van Suriname een land maken waarin het goed gaat met ons allen, dan moeten we ervoor zorgen dat de economie in dienst staat van de mensen, en niet de mensen in dienst van de economie. Dat wil zeggen dat we een evenwichtige economie moeten hebben, maar ook altijd aandacht moeten schenken aan hoe het gaat met de mensen van Suriname. En dan in het bijzonder de mensen die elke dag hun werk doen of de mensen die – hoewel ze zoeken – geen werk kunnen vinden en daardoor in armoede leven. De werkende armen zijn een speciale doelgroep, omdat ze wel werken, maar dat wat ze verdienen is absoluut ontoereikend om zichzelf en hun kinderen te verzorgen. Zelfs de mensen die meer verdienen, die dachten dat ze door een hogere opleiding verder vooruit zouden komen in het leven om het voor hun kinderen beter te doen, en om een beter leven te hebben. Die mensen maken ook mee dat ze met die opleiding amper boven op de armoedegrens terecht zijn gekomen. Ook voor die mensen is het belangrijk dat hun aspiraties kunnen vervullen.”
Simons pleit voor beleid en samenwerken. “Wij als Surinamers moeten met zijn allen beleid maken en samenwerken om ervoor te zorgen dat de condities waaronder mensen moeten werken en de verdiensten die ze daarbij hebben, beter worden zodat ze een beter leven kunnen hebben en in welzijn kunnen leven.” Ze benadrukt dat de NDP niet alleen aandacht heeft voor de verdiensten van de mensen, maar ook voor hun veiligheid aan het werk en ook voor de omstandigheden waaronder ze moeten werken. Volgens de politica moet ook worden voorkomen dat mensen de aandacht voor hun kinderen en ouderen waarover zij de zorg hebben, verliezen vanwege het werk dat ze moeten doen. Ze herinnert eraan dat minister Soewarto Moestadja in de vorige regeerperiode in het parlement wetten heeft ingediend, die te maken hadden met arbeidsrecht en betere arbeidsomstandigheden.
Simons: “Wij hebben daarbij gewerkt aan wetgeving om de werkende mens te beschermen en in betere werkomstandigheden te brengen. Het is belangrijk dat we daar verder gaan werken, evalueren en dat wij de werkomstandigheden van Suriname verbeteren. Ik denk bijvoorbeeld aan de wet die ouders verlof geeft als ze een kind krijgen. Niet alleen om die ouders, maar om deze nieuwe generatie op een goede manier te starten. Maar we moeten ervoor zorgen dat onze arbeiders, onze werkers in veilige omstandigheden kunnen werken. Aan de andere kant moet het ook zo zijn dat de mensen die werken, hun werk doen naar behoren en met plichtsbesef. Dit is wat we graag willen voor Suriname. Beschermde en kwalitatief goede werkgelegenheid.”
“We zijn er nog niet. We zullen er heel hard aan moeten werken”, benadrukt Simons. “In de komende periode zullen wij extra aandacht schenken aan de condities waaronder werkende mensen hun arbeid moeten verrichten…aan de mogelijkheden die ze hebben om hun gezinnen te beschermen. We gaan met zijn allen daar stap–voor–stap Suriname dagelijks, wekelijks, jaarlijks beter moeten maken. Het wordt dan een land beter voor ons allemaal.”
Simons: “Ik roep u op om in de komende verkiezingen het vertrouwen te hebben dat we wel willen werken zoals we in het verleden hebben gedaan voor de werkende mens. Dat onze aandacht is gericht op arbeiders, landbouwers, jongeren die straks een goede baan moeten hebben, vrouwen die vaak alleen ervoor staan en moeten werken. Onze aandacht is in de eerste plaats gericht op deze groep. We weten dat we sommige dingen beter moeten doen, en dat we sommige goed hebben gedaan. En we vertrouwen erop dat u ons het vertrouwen zal geven om te doen wat nodig is om ook voor werkende mensen Suriname steeds beter te maken. Ik wens u een prettige dag vandaag.”