De regering heeft opnieuw geen geld voor deelname van Surinaamse sporters aan de jaarlijkse Consude Games. Dit laat de Stichting Schoolsport Federatie Suriname (SSFS) aan de verschillende bonden weten. De brief van de SSFS komt op een moment dat de sportorganisaties hun atleten hebben klaargestoomd voor deelname aan deze Zuidamerikaanse schoolsportwedstrijden, dit jaar in Colombia. Het is echter niet de eerste maal dat de regering-Santokhi de sporters in de kou laat. In 2022 was dat ook al het geval. In 2023 konden de selecties met veel moeite afreizen. In 2022 konden de financiële middelen niet tijdig worden overgemaakt en moesten 60 jongens en meisjes thuisblijven nadat zij zich vol enthousiasme maandenlang hadden voorbereid op het meetmoment.
En opnieuw geeft de regering er blijk van dat zij eerder prioriteit stelt aan onnodige reizen van de president c.q. regeringsdelegaties aan bijeenkomsten die tot op heden bitter weinig voor het land hebben opgeleverd, dan aan Surinaamse jeugdigen die meerdere malen hebben laten zien dat zij zich op welk gebied dan ook kunnen meten met leeftijdsgenoten in het buitenland. De woorden die president Chandrikapersad Santokhi op 1 oktober in zijn Jaarrede heeft uitgesproken ten aanzien van het sportbeleid, zijn dan slechts holle frasen. “Sport is niet alleen een bron van trots voor Suriname, maar ook een essentiële pijler voor de ontwikkeling van een gezonde en dynamische samenleving. We investeren niet alleen in onze atleten, maar versterken ook onze gemeenschappen. Sport bevordert saamhorigheid, gezondheid en discipline, en inspireert jongere generaties om hun dromen na te jagen.”
Dat de jongeren op deze manier hun dromen niet kunnen najagen, zal de regering een worst wezen. Immers de SSFS zegt aan de bonden ook om “per ommegaand de voorbereidingen te stoppen”. Volgens de organisatie is de regering niet meer instaat de middelen voor deelname aan de Consude Games beschikbaar te stellen. In oktober zei president Santokhi dat er in 2024 maar liefst 30 sportprojecten zijn goedgekeurd, “variërend van ondersteuning voor diverse sportactiviteiten en sportbonden tot de aanschaf van noodzakelijke sportmaterialen. Deze gerichte investeringen zijn bedoeld om de sportontwikkeling in Suriname te bevorderen, zodat sporters nationaal en internationaal kunnen schitteren.”
Ook zou de regering aanzienlijke middelen hebben gereserveerd voor de sportsector en individuele sporters. “Duizenden dollars zijn geïnvesteerd in ondersteuning, zodat zij Suriname op internationaal niveau kunnen vertegenwoordigen en hun sportcarrière verder kunnen ontwikkelen.” Met de brief van de SSFS lijkt het laatste slechts lippentaal. Het is wachten op de reactie van de regering of de eerstvolgende persconferentie van Alven Roosveld, voorzitter van de presidentiële commissie Sportprojecten.
