“We moeten een zorgsysteem hebben dat goed zal werken voor alle Surinamers, zodat we in de toekomst niet worden geconfronteerd met extreem hoge zorgkosten die voor onze bevolking niet meer op te hoesten zullen zijn. Dat is waar we nu aan werken. Wanneer ons verkiezingsprogramma is ingegaan zullen we vaker hierop ingaan.” Zo reageert NDP-voorzitter Jenny Simons in het online partijprogramma Q&A over Gezondheid en Welzijn op de vraag hoe de gezondheidszorg volgens haar eruit zou moeten zien. Ze merkt op dat momenteel sprake is van een crisis en dat de zorg niet op dat niveau is waar het zou moeten zijn.
Simons: “We zullen die crisis eerst moeten bestrijden en daarna gaan we een systeem bouwen in Suriname dat voor alle mensen toegang schept tot zorg en waarin we gelijkelijk naar vermogen zullen bijdragen.” De partijvoorzitter herinnert eraan dat erin de vorige regeerperiode reeds is gewerkt aan een zorgsysteem waarin aan de ene kant de huisartsenzorg bijzonder belangrijk was, maar ook de preventie. Volgens haar is een zorgsysteem een geintegreerd systeem. Ze constateert dat in Suriname de geestelijke gezondheidszorg op het laagste niveau ontbreekt, namelijk in de primaire zorg.
“Het is dus van groot belang dat we de geestelijke gezondheidszorg ook vroeg meenemen in het systeem, want als je dat niet doet dan kan het ernstige gevolgen hebben. Dat wil zeggen dat we werken aan een zorgsysteem dat aan de ene kant de basiszorg kan bieden aan alle Surinamers. Internationaal noemt men het universal access; de sustainable development goals praten daar ook over”, aldus Simons, die zegt dat er anderszijds een zorgsysteem moet zijn dat economisch ook beheersbaar is.
De partijvoorzitter zegt dat er in het basiszorgsysteem eenieder een bijdrage moest doen. “En dat zal dus ook in het systeem het geval zijnn. We weten ook dat voor degenen die sociaal zwak zijn, de staat zal moeten bijdragen.” Simons benadrukt dat het systeem waarvoor was gezorgd, zou worden verbeterd, meer transparant en duidelijker worden gemaakt. “We werken nu eraan om dat waarmee we waren begonnen verder te evalueren en verbeteren. Natuurlijk in overleg met de hele zorgsector en ook met andere actoren én onze samenleving.”