“Stressbestendigheid is door het beleid van de regering-Santokhi een luxe aan het worden. Ik herhaal: stressbestendigheid is een luxe aan het worden.” Parlementslid Ronny Asabina wond er op dinsdag 10 december geen doekjes om tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB).Hij zei dat het gevoerde beleid stress en armoede in de samenleving heeft verergerd, met ernstige gevolgen voor de leefbaarheid en volksgezondheid.
De politicus wees erop dat steeds meer huishoudens in de knel komen door hoge inflatie en stijgende prijzen voor essentiële diensten. “Want ook in het haast afgelopen jaar zijn steeds meer huishoudens in de knel gekomen en nog steeds door de hoge inflatie en prijzen van openbare diensten, zoals connectiviteit, communicatie, openbaar vervoer, veiligheid, energie, water, gas, gezondheidszorg, onderwijs. Kortom de kwaliteit van het leven is niet toegenomen, de leefbaarheid is niet toegenomen.” De gevolgen van het beleid stellen volgens Asabina de samenleving bloot aan diverse aandoeningen zoals hoge bloeddruk, maar ook vermindering van arbeidsproductiviteit. Verder creëert de situatie ook een voedingsbodem voor oneigenlijke handelingen.
De parlementariër bekritiseerde ook het steunpakketten-beleid van de regering, dat volgens hem geen effectieve koopkrachtreparatie heeft opgeleverd. “Per saldo hebben wij nog steeds te maken met koopkrachtverlies”, aldus Asabina. Hij prees het bedrijfsleven voor het matigen van prijsstijgingen, ondanks de stijgende kosten die het zelf draagt. “In principe moet de regering het bedrijfsleven dankbaar zijn.” Asabina riep op tot een herziening van het armoedebeleid en het sociaal minimum. Hij stelde dat het huidige systeem tekortschiet en onvoldoende maatwerk biedt. “Er is geen sprake van gerichtheid, maatwerk en compassie in het sociale stelsel”, zei hij. Daarnaast pleitte de parlementariër voor een verbeterde inkomens- en vermogenstoetsing, met aandacht voor huishoudsamenstelling en regionale verschillen.
De politicus ging ook in op de voedselhulp vanuit India, waarbij hij kritische vragen stelde over de kwaliteit van de producten en de distributie naar het binnenland. “Het valt mij op dat de regering en delen van het parlement pronken met de handreiking van India in de vorm van het beschikbaar stellen van voedselhulp. Concreet willen wij weten “efu na wi go begi India nyan nyan of na India srefi luku en sjie dat a pina hebi na Sranan” en een helpende hand wil bieden om de toenemde armoede en honger terug te dringen.”
Asabina merkt ook op dat er enorme armoede is in de rurale gebieden. “Bij Godo Olo, Diitabiki en omgeving betaal je in de orde van SRD 3000 voor een 20 kg breuk 2. Den sama e pina, het zijn particulieren die onze landgenoten in nood voorzien van hulppakketen. Het is een druppel op een hete plaat.” De samenleving is volgens Asabina niet uit de armoedeval gehaald, maar juist verder daarin weggezakt, waardoor zelfs hulp uit India noodzakelijk is geworden. Hij benadrukt dat bij het aannemen van hulp aandacht moet worden besteed aan de kwaliteit van de producten en waarschuwt dat het binnenland, waar veel kwetsbare groepen wonen, niet behandeld mag worden als proefgebied. “De prijsstijgingen als gevolg van het beleid hebben de situatie in het achterland aanzienlijk verergerd”, benadrukte Asabina.