Parlementariër Melvin Bouva heeft in mis te verstane bewoordingen het onvermogen van de regering om effectief te reageren aan de kaak gesteld. Hij sprak dinsdag tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) in De Nationale Assemblee (DNA) en maakte daarbij een vergelijking tussen de eerste Jaarrede van president Chandrikapersad Santokhi en de meest recente (4e) Jaarrede van 1 oktober jongstleden. Bouva zegt dat de regering de balans opmaakt en haar visie voor de toekomst deelt. Helaas roept volgens hem veel meer vragen dan antwoorden op.
“De problemen waarmee Suriname te kampen heeft, zijn niet nieuw, maar het onvermogen van deze regering om effectief te reageren, maakt de situatie met de dag ernstiger”, aldus de parlementariër. Hij constateert dat de regering, ondanks grootse beloften, er niet in is geslaagd de uitdagingen waarmee het land wordt geconfronteerd adequaat aan te pakken. Integendeel zijn de problemen in het onderwijs, de volksgezondheid, veiligheid, armoedebestrijding en economische diversificatie alleen maar groter geworden. Bouva: “De levensstandaard van onze burgers is drastisch verslechterd. Zelfs essentiële basisvoorzieningen zoals vuilophaal, zorg voor kwetsbare groepen, huisvesting voor jongeren en ondersteuning voor senioren en mensen met een beperking zijn verwaarloosd.”
Daar komt volgens Bouva nog bij dat de regering, onder druk van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), subsidies abrupt heeft afgeschaft, wat heeft geleid tot een explosieve stijging van de kosten voor levensonderhoud. Hij zegt dat sinds 2020 inflatie en wisselkoersen meer dan zijn verdubbeld, het wanbeleid maakt het leven uitzichtloos en veel Surinamers hebben ervoor gekozen om te emigreren. Bouva noemt deze ontstane situatie en “brain drain” een tragisch verlies voor Suriname.
Hij stond ook stil bij de politieke spanningen binnen de coalitie van de VHP, PL en ABOP; een situatie die volgens de parlementariër een effectieve uitvoering van beleid belemmert. “Het wordt steeds duidelijker dat de enige uitweg uit deze situatie de verkiezingen op 25 mei 2025 zijn”, aldus Bouva. “Het lijkt alsof het land bestuurd wordt op basis van koehandel, plechtige beloftes, hele leugens en sara sara siki (achteruit kijken) over de vorige regering.” Zo vatte hij de situatie samen binnen de coalitie. Volgens Bouva is er zeker geen sprake van eenheid in bestuur, eenheid in beleid en eenheid in leiderschap zoals president Santokhi in zijn eerste Jaarrede aangaf. “Wat is daar vandaag van geworden?”, vroeg de volksvertegenwoordiger zich af.
Hij wees daarbij op het conflict tussen PL en ABOP om de ministerspost op Binnenlandse Zaken. Daarenboven worden er vijf maanden voor de verkiezingen onderministers benoemd op BIZA, GBB, Sozavo en TCT of ROS. Bouva kaart daarbij aan dat vicepresident Ronnie Brunswijk publiekelijk heeft aangegeven dat “over my dead body” er een onderminister komt op een ABOP-ministerie. Behalve dat, zou de gewezen minister van Binnenlandse Zaken, Bronto Somohardjo, op zijn beurt ook publiekelijk hebben aangegeven dat het woord van de president “van nul en generlei waarde is”. Bouva merkt op dat de PL letterlijk en figuurlijk uit de coalitie is gezet, maar geen ruggengraat toont en weigert te gaan. Hij vraagt zich af hoe men erop moet vertrouwen dat de verkiezingen geloofwaardig zullen zijn, indien men binnen de coalitie elkaar zelfs niet vertrouwt.