De strijd om grondenrechten is volgens parlementariër Jennifer Vreedzaam niet iets dan zich pas hedendaags aan het voltrekken is. Het verschil met vroeger is dat deze kwestie vanwege social media veel aandacht krijgt. “Het lijken andere tijden, maar de geschiedenis is er”, stelde Vreedzaam op maandag 3 maart in gesprek met Radio ABC. Ze legde uit dat de strijd van de inheemsen tegen het uitgeven van concessies in hun gebied in het verleden heeft geleid tot het uiteindelijke Kali’na en Lokono-vonnis.
Vreedzaam ging ver terug in het verleden waarbij de vroegere kolonisator volgens haar de inheemsen het aanplanten van pinusbomen door de strot duwde. Het lag in de bedoeling grote gebieden daarvoor te ontbossen en pinusaanplanten aan te leggen voor papierproductie. Overblijfselen van deze aanplanten zijn nog steeds te zien in de inheemse dorpen in het zuiden van Suriname.
“Mijn overgrootvader was ferm hiertegen en heeft erop gehamerd dat Pierre Kondre geenszins daaraan zou meewerken. Cassipora, Bigi Poika en een deel van Powakka hebben eraan meegewerkt. Als u langsrijdt dan ziet u alleen maar pinusaanplant die eigenlijk niets heeft betekend voor Suriname en alleen maar de grond heeft verarmd. Dus de strijd is niet alleen maar nu. Nu is het zichtbaar, omdat we de media opzoeken”, aldus Vreedzaam.
Als ander voorbeeld noemde zij de komst van de bedrijven Musa en Pertjajah. “Waarbij de regering-Venetiaan toen grote lappen grond had gegeven voor houtconcessies en wij ook daartegen hebben gestreden.” Vreedzaam brengt in herinnering dat op gegeven moment de aanmeersteiger van Kumbasi – oorspronkelijke naam voor Pierre Kondre – werd uitgegeven aan Musa voor de opslag van hout en vervoer naar Paramaribo.
De parlementariër legt uit dat daarbij het kostgrondje van haar grootmoeder vernietigd werd. “Je kon bij haar voor heel wat terecht; van medicinale planten tot alles. Dat heeft veel betekend voor de gemeenschap.” Volgens Vreedzaam is deze kwestie de basis geweest dat het inheemse leiderschap juridische stappen ondernam en het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten uiteindelijk het Kali’na en Lokono-vonnis uitsprak.