Na lange onderhandelingen zijn landen het eens geworden over een plan om jaarlijks 200 miljard dollar (191 miljard euro) in natuurbescherming te steken. Op de VN-biodiversiteitstop in Rome werd het akkoord vrijdag met een staande ovatie onthaald. Eigenlijk had de deal vorig jaar al moeten liggen, toen de biodiversiteitstop in Colombia plaatsvond. Maar de onderhandelingen liepen daar zo veel vertraging op, dat er uiteindelijk onvoldoende diplomaten overbleven om een akkoord te sluiten.
Daarom werd in Rome een tweede deel van de top belegd, onder leiding van de inmiddels opgestapte Colombiaanse milieuminister Susana Muhamad. Zij sprak van een “historische dag”. “Alleen door samen te werken, kunnen we vrede met de natuur verwezenlijken.” Twee jaar geleden spraken landen al af dat de natuur op minstens 30 procent van het aardoppervlak beschermd moet worden vanaf 2030. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2022.
Rijke landen beloofden ook om 30 miljard dollar per jaar vrij te maken om arme landen te helpen bij de natuurbescherming. Landen beloven jaarlijks in totaal 200 miljard dollar te steken in de bescherming van soorten en ecosystemen. Ook moeten ze subsidies die de natuur verslechteren juist afbouwen. De deal die diplomaten kort na middernacht bereikten in Rome schetst in grote lijnen hoe dat bedrag bij elkaar moet worden gekregen. In de komende jaren moeten nog wel details worden ingevuld. Diplomaten werden het nog niet eens over de oprichting van een nieuw natuurfonds – een belangrijke eis van ontwikkelingslanden.
Onderhandelaars bereikten ook een overeenkomst over een systeem om na te gaan of landen hun afspraken nakomen. Vorig jaar moesten alle 196 deelnemende landen voor het eerst een biodiversiteitsplan indienen bij de VN. Maar drie kwart van alle landen heeft dat nog altijd niet gedaan. Milieuorganisatie Greenpeace noemt het akkoord in Rome een “stap vooruit voor natuurbescherming”, maar benadrukt dat nu vooral geld op tafel moet komen. Niet alleen van landen, maar wat de milieugroep betreft ook uit het bedrijfsleven.
Op de VN-top werd een speciaal biodiversiteitsfonds gelanceerd waaraan ook het bedrijfsleven kan bijdragen. De bedoeling is dat producenten van cosmetica of medicijnen daaraan zullen bijdragen, omdat die juist ook baat hebben bij genetisch materiaal uit de natuur. Vooralsnog zijn zulke bijdragen vrijwillig en hebben nog geen bedrijven geld toegezegd. Volgens Jill Hepp van natuurorganisatie Conservation International hebben landen een “langdurige impasse” doorbroken met het akkoord in Rome. Nu moeten ze volgens haar wel aan de bak: “Snelle actie blijft essentieel om wereldwijde biodiversiteitsdoelen te halen.”
In Rome kwamen onderhandelaars uit meer dan 140 landen bijeen. De Verenigde Staten waren afwezig. Samen met het Vaticaan is de VS het enige land dat niet is aangesloten bij de VN-biodiversiteitsconventie. Maar normaal gesproken zijn diplomaten wel aan de zijlijnen van de onderhandelingen aanwezig. Onder president Donald Trump lijkt de VS zich nog maar weinig aan te trekken van dit soort internationale fora. Hij trekt zijn land opnieuw terug uit het VN-klimaatakkoord en hield deze week ook de Amerikaanse delegatie thuis die normaal gesproken bijdraagt aan het wetenschappelijke VN-klimaatpanel IPCC. Toen die organisatie bijeenkwam in China bleek dat de klimaatwetenschapper Kate Calvin van NASA, een van de medevoorzitters van het IPCC, een reisverbod was opgelegd.
NU.nl