Fractieleider Rabin Parmessar van de Nationale Democratische Partij (NDP) heeft in gesprek met Sun Web TV zijn bezorgdheid geuit over de recente aankondiging van president Chandrikapersad Santokhi, dat elke Surinamer 750 Amerikaanse dollar aandeel gaat ontvangen uit de royalty’s van de oliesector. Echter, Parmessar heeft bedenkingen over de haalbaarheid van én de wetgeving rond deze belofte. Hij omschrijft de aankondiging als “alsof Sinterklaas is gekomen met onze landsmiddelen” en benadrukt dat het gaat om middelen die Suriname nog niet bezit.
“Het is triest dat we, ondanks de vooruitgang die we hebben geboekt, nu de klok terugdraaien. We zouden onze natuurlijke hulpbronnen strategisch moeten inzetten in plaats van deze zomaar weg te geven.”
“Dit moet wettelijk geregeld worden, en het moet via het parlement gebeuren. Het lijkt alsof er zomaar met staatsmiddelen wordt gestrooid”, aldus de fractieleider. Verder wees hij op de tegenstrijdigheid in de boodschap van de regering. “Terwijl president Santokhi de belofte van 750 dollar deed, kwam de minister van Financiën kort daarna met de verduidelijking dat alleen belastingbetalende burgers in aanmerking zouden komen hiervoor.” Parmessar zegt dat een groot deel van de Surinaamse bevolking, zoals huisvrouwen en binnenlandbewoners, waarschijnlijk niet in aanmerking komen. “De regering heeft hier duidelijk niet goed over nagedacht”, meent hij.
Parmessar bekritiseert ook het gebrek aan wettelijk kader voor deze regeling. “De regering heeft nog niet eens een voorstel voor de wetgeving gepresenteerd, en zonder deze wetgeving kan je niet zomaar met staatsmiddelen strooien.” Hij uit zijn zorgen over de gevolgen voor de toekomst van Suriname, vooral in relatie tot de oliecontracten zoals die met Oppenheimer voor Blok 58. “Hoe verhoudt zich dit tot alles wat we hebben afgesproken over Blok 58? Wat betekent dit voor de stabilisatie van onze staatsmiddelen?”, vraagt Parmessar zich af.
De politicus pleit voor een verantwoorde en serieuze aanpak van het beheer van Surinames middelen, waarbij de regering zich moet houden aan de wet en de procedures. Het parlementslid concludeert met een somber commentaar over de huidige situatie van het land, nu het 49 jaar onafhankelijk is: “Het is triest dat we, ondanks de vooruitgang die we hebben geboekt, nu de klok terugdraaien. We zouden onze natuurlijke hulpbronnen strategisch moeten inzetten in plaats van deze zomaar weg te geven.”