De droom van oud–president Jules Albert Wijdenbosch was volgens Jennifer Simons, voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP), een Suriname waarin alle burgers in goede omstandigheden en geluk konden leven. Simons sprak op zaterdag 10 mei bij de uitvaart met staatseer van het gewezen staatshoofd, dat op 30 april het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Volgens de NDP–voorzitter moet het werk van Wijdenbosch worden voortgezet. “Hij is nu wel weg. Hij heeft volbracht en wij moeten verder. Wat we moeten doen, is het werk waarvan hij vond dat het in Suriname moest worden gedaan, steeds beter gaan doen”, aldus Simons.
Een van de eerste stappen die Wijdenbosch zette voor een welvarend Suriname was volgens Simons decentralisatie van bestuur. Het is het voormalige staatshoofd geweest dat het eerste formele programma opstartte om de districten te leren alvast met fondsen om te gaan en vervolgens decentralisatie voort te zetten. Simons benadrukte dat deze aanpak van beleid heel belangrijk was voor Wijdenbosch. Ze heeft hierover veel gesprekken met hem gehad.
Simons herinnert zich Wijdenbosch ook als “een man die het beste wilde voor wat hij noemde de mofina wans, de armere Surinamers. Hij wilde niet dat mensen in krotjes moesten wonen. Hij zei dat regelmatig tegen me wanneer we meningsverschillen hadden over de aanpak van bepaalde zaken.” De NDP–voorzitter benoemde ook dat het de oud–president is geweest, die het salaris van de laagstverdienden, toen genoemd schoonmaaksters in overheidsdienst, heeft verhoogd. “Want die mensen verdienden inderdaad heel weinig”, aldus Simons.
Simons merkte op dat Wijdenbosch een bijzonder turbulente loopbaan heeft gehad. Volgens haar hebben tijd en omstandigheden het niet gemakkelijk voor hem gemaakt. Hoewel Wijdenbosch enige tijd afstand had genomen van de NDP, kwam er volgens haar weer een moment voor hem om samen verder te gaan. “Hij heeft veel gedaan, maar ook bijzonder veel geïncasseerd”, aldus de NDP–voorzitter. Ze gaf aan dagelijks en nachten erbij te zijn geweest in die moeilijke uren die hebben geleid tot Wijdenbosch’ besluit om het land te stellen boven zijn eigen persoonlijke wens.
Simons gaf aan dat Wijdenbosch dé persoon is geweest die haar eerste stap heeft begeleid in het werk dat ze vele jaren heeft gedaan. Zij werd in 1996 door het gewezen staatshoofd benaderd om haar diensten te verlenen in De Nationale Assemblee (DNA) en wel voor de NDP waar ze mee sympathiseerde, maar niet in de structurem betrokken was. “Dat deed hij na een optreden van mij in verband met mijn eigen werk als arts. En hij dacht dat ik dan een goede job zou kunnen doen. Zo is hij de persoon geweest die dus mijn eerste stap heeft begeleid naar het werk dat ik al die jaren heb gedaan en waarmee ik nu nog bezig ben.”
Volgens de NDP–voorzitter heeft het oud-staatshoofd veel geschreven en veel gegeven. Simons: “En tot in zijn laatste jaren kon hij gesprekken voeren en was hij inderdaad bezig met politiek. Hij heeft het nooit gelaten. Hij heeft ons een heleboel bijgeleerd. Omdat je natuurlijk naast zelf zoveel ervaring en niet allemaal plezierige ervaringen, anderen behoorlijk van advies kan dienen.”
De politica noemde Wijdenbosch een bijzondere man, met een vrolijke onderliggende houding en die van grappen hield. Zij herinnert zich het gewezen staatshoofd ook als iemand die altijd bezig was te bespreken, schrijven en met anderen in overleg treden over wat hij wilde doen, ook als president. Volgens Simons heeft Wijdenbosch bij het opstellen van het verkiezingsprogramma van 1996 nationaal veel groepen gesproken voordat hij het document met zijn partij verder heeft opgesteld. “Het was een bijzondere gebeurtenis, in feite heb ik het daarna nooit meer meegemaakt zoals toen Jules het deed.”
Wijdenbosch werd in 1996 op de jaardag van Simons, 5 september, in de Verenigde Volksvergadering (VVV) gekozen tot president van Suriname. “Als president was hij letterlijk altijd met zijn fractie in DNA bezig”, zo herinnert Simons zich. Ze gaf als voorbeeld aan dat de president van mening was dat de leden van zijn fractie letterlijk elke pagina van het Meerjarenontwikkelingsplan met hem moesten doornemen. Indien zij het met iets niet eens waren of vragen hadden, konden ze dat met hem bespreken. “Het was, terugkijkend, wel degelijk bijzonder en dagen achter elkaar hebben we toen met hem gezeten om dat te doen.”
Simons vertelde dat zij zich het afgelopen jaar voor bezoek in het binnenland, op Asidonhopo, bevond, toen de NDP–delegatie het nieuws bereikte dat het gewezen staatshoofd op sterven lag. De delegatie had de keus om verder te gaan met het bezoek of terugkeren naar de stad. Simons: “Terug in Paramaribo was het geen afscheid, maar een apart en bijzonder wederzien, waar hijzelf ook bijzonder gelukkig over was.” De NDP–voorzitter condoleerde de familie, vrienden, kennissen en de Surinaamse samenleving en benadrukte dat het streven van Wijdenbosch moet worden voortgezet.